Dennis Biesma

Dennis Biesma (1975) heeft twee boeken geschreven, een autobiografie over opgroeien binnen de religie van de Jehovah’s Getuigen en een psychologische thriller.

Zijn schrijfstijl kenmerkt zich door heel diep in te gaan op de emoties. Alles is van dichtbij en in de ik-vorm beschreven. Hierdoor kruipt de lezer echt in de huid van de hoofdpersoon.

D

ennis Biesma (1975) heeft twee boeken geschreven, een autobiografie over opgroeien binnen de religie van de Jehovah’s Getuigen en een psychologische thriller.

Zijn schrijfstijl kenmerkt zich door heel diep in te gaan op de emoties. Alles is van dichtbij en in de ik-vorm beschreven. Hierdoor kruipt de lezer echt in de huid van de hoofdpersoon.

Persoonlijk leven

Dennis heeft de opleiding Creatief Schrijven aan de Schrijversacademie gevolgd met als specialisatie het thriller genre. Hij is getrouwd met Sherida Biesma-Groenewoud en woont in Amsterdam. Naast schrijven werkt Dennis als freelancer in de IT.

Veel gestelde vragen

Heb je altijd al schrijver willen worden?
Niet altijd, maar het kwam wel vroeg. Ik was veertien of vijftien jaar, vlak nadat ik van de term ‘bucket-list’ had gehoord. Het was een hele korte lijst, ik wilde motor leren rijden, in zo’n Amerikaans cocktail café met flessen gooien, veel reizen en dus een boek schrijven.

Je droomde over het schrijven van een thriller, maar je debuteert met een autobiografie. Hoe zit dat?
Toen ik begon met schrijven was ik druk op zoek naar feedback. Daar leer je enorm veel van. Ik gaf de hoofdpersoon uit mijn thriller een eigen Facebookpagina en een eigen website. Daar plaatste ik een artikel, waarin Lara beschreef dat zij de kerstsfeer niet echt ervaarde, omdat ze was opgegroeid als een Jehovah’s Getuige. Het was een open en eerlijk artikel, voornamelijk geschreven vanuit mijn eigen ervaring en emotie. Naast dat ik er veel mooie reacties over kreeg, kwam er ook een uitgever op af. Die vroeg of ik misschien meer wilde schrijven over mijn jeugd.

Tot dat moment had ik er nooit bij stil gestaan dat ik best een uniek verhaal had. En dus begon ik met schrijven…

Ben je uiteindelijk met die uitgever in zee gegaan?
Nee, maar ik ben ze wel heel dankbaar. Uiteindelijk ontbrak de klik. Soms gaat dat zo. Ik ben daarna nog in gesprek geweest met enkele grote en kleine uitgevers, maar het is en blijft lastig als beginnende schrijver. Uiteindelijk heb ik besloten om alles in eigen beheer uit te geven. Daarmee ontstond Palm Uitgevers. Ik heb een wilde droom, waarbij ik niet meer in de IT werk, ‘s ochtends wakker wordt op Bali en mezelf alleen nog maar bezig hoef te houden met schrijven. Onder de palmbomen. De palm staat symbool voor die droom. Ik droom graag!

Wat kenmerkt jouw schrijfstijl?
Ik schrijf voornamelijk vanuit de ik-vorm en hou van rauwe emotie, die van heel dichtbij is beschreven.

Zijn de emoties autobiografisch, ook als je voor je thriller schrijft?
Deels wel. Er zitten scènes in mijn thriller die ik zelf nooit heb meegemaakt, maar ik probeer de emoties wel authentiek te houden. Als ik schrijf over verlies, dan voel ik ook verlies. Dat maakt het echt. Zo groeit het hoofdpersonage uit mijn thriller op met een stem in haar hoofd. Haar ouders willen niet dat ze daarover praat, daarmee onderdrukken zij haar. Zelf groeide ik op met enorm veel vragen over de religie, maar ik mocht ze niet stellen. Ook in mijn hoofd zat dus een stem die ik moest onderdrukken.

Het was wel apart om daar achter te komen. Schrijven komt vaak heel dichtbij. De emoties zijn echt. Je voelt ze. Je ervaart ze. Ook tijdens het schrijven merk ik dat heel goed. Als ik een verzonnen verhaal met veel emotie schrijf, dan hou ik het zelden droog. Ik schrijf het met tranen in mijn ogen, alsof ik er bij was. Op een bepaalde manier was ik er ook bij. Juist ik. Als enige. De verzinner van het verhaal.

Je hebt een boek geschreven over opgroeien in een sekte, bij de Jehovah’s Getuigen. Was dat niet lastig om over zoiets persoonlijks te schrijven?
Ja en nee. Nee omdat ik vind dat je als schrijver alles moet kunnen benoemen. Het is mijn ervaring en ik heb het recht om dat op papier te zetten. Zonder filter. Zonder rem. Het was ook niet moeilijk om te bepalen wat ik wilde schrijven, dat kwam allemaal automatisch. Wat ik wel lastig vond was de confrontatie met mijn oude zelf en het contact met andere ex-Jehovah’s Getuigen. Toen mijn broer zichzelf vroeger liet uitsluiten, vond ik hem een enorme klootzak. Hoe kon hij dat ons in hemelsnaam aandoen?  Doordat ik tijdens het schrijven goed moest nadenken over alles wat ik heb meegemaakt, realiseerde ik ineens dat ik de klootzak was geweest. Ik deed dit hem aan. Mijn ouders deden dit hem aan. Onze hele religie deed hem dit aan. Zonder dat ik er bewust mee bezig was (ik wilde gewoon een boek schrijven) begon ik veel puzzelstukjes uit mijn verleden een plek te geven.

Daarnaast vond ik het nodig en nuttig om wat actiever te worden in verschillende groepen waar andere ex-Jehovah’s Getuigen rondhangen. Ik wilde ook hun emotie voelen. Daar kwam zoveel herkenning uit. En vaak ook met tranen. Ik kwam in contact met hele lieve mensen die hun eigen kinderen niet meer zagen. Een prachtig jong meisje, maar ze was lesbisch en haar ouders en de religie accepteerde dat niet. Honderden verhalen over uit elkaar gerukte families, seksueel misbruik, veel pijn. Ik leerde personen kennen die voor hun leven getekend zijn. Niet alle wonden herstellen, zelfs niet na tientallen jaren therapie.

Dat vond ik misschien nog wel het moeilijkste, maar tegelijkertijd realiseerde ik ook heel goed de urgentie van mijn boek. Ik beschrijf niet alleen mijn verhaal, ik schrijf op een bepaalde manier ook hun verhaal. Daardoor voelde ik ook wel ineens een extra druk. Ik moet presteren. Dit boek moet slagen. Niet alleen voor mij, maar ook voor alle anderen.

Ben je beschikbaar voor radio, tv en interviews? 
Ja, graag zelfs. Ik vertel graag over dit onderwerp. Ik vind het heel fijn als anderen willen helpen om dit naar buiten te brengen.