Sinds een jaar zit ik in verschillende Facebook- en Redditgroepen. Plekken waar ex-Jehovah’s Getuigen elkaar opzoeken om hun verhaal te doen, de overeenkomsten uit hun jeugd te vergelijken en om elkaars wonden te likken. Ze zoeken naar een verklaring en een manier om een hoofdstuk uit hun verleden af te sluiten. De meesten zijn hun familie kwijt. Ouders die hun kinderen niet meer mogen zien, of andersom. Broers of zussen wiens band ineens versnipperde, alsof het niets was. Vrienden die je spontaan negeerden. Sociaal doodverklaard.

Omdat ik druk bezig was om mijn eigen verhaal op papier te krijgen, wilde ik een aantal van hen spreken. Niet alleen via chat, maar ook met video erbij, of in het echt. Voordat ik daaraan begon, zag ik mezelf als een gewone schrijver met een mooi verhaal. Heel toevallig had ik iets meegemaakt dat de moeite was om over te schrijven. Toen ik tijdens die gesprekken elke keer opnieuw tranen moest wegpinken, begon ik het grotere doel te zien. Het is niet alleen mijn verhaal dat ik schrijf. Ik zet ook hun verhaal op papier.

De communicatie binnen dit soort groepen is uitdagend te noemen. We leerden vroeger nooit te discussiëren. Meningen werden opgedrongen en weerstand was opstandig gedrag en een teken dat Satan grip op je had. Niet op tijd aanpassen zou resulteren in uitsluiting, waardoor je alles zou kwijtraken. Dus je volgde. Ook al draaide je maag om, je volgde. Helaas leer je ingeprent gedrag niet makkelijk af, dat heb ik zelf ook meegemaakt.

Soms mengde ik mij in gesprekken. Op andere momenten was ik meer een lurker, iemand die meelas. Altijd voelde ik een band en vaak zag ik overeenkomsten met wat ik zelf heb meegemaakt. Het is misery loves company, maar dan in positieve zin. Het is relateren tussen wat hen is overkomen en wat mij is overkomen. Soms komt het er hard uit, met scheldwoorden en pijn. Soms is het alleen te lezen in de subtext, iets waar ik als schrijver erg gevoelig voor ben. Juist de woorden die je niet kiest om te gebruiken, maken vaak de grootste impact.

Recent sprak ik een vrouw die zichzelf vergeleek als een vogel zonder nest. Haar nest was haar afgepakt. Haar vleugels waren gebroken. Ik ken haar persoonlijk en weet dat ze graag haar verhaal op papier wil zetten, maar ze is er nog lang niet aan toe. Een volwassen en mooie vrouw, maar totaal uitgeput. Ze wil naar huis, maar er is geen huis. Ze wil haar kinderen terug, maar de kinderen zitten nog te vast. Ze mist haar moeder, maar haar moeder wil haar niet. Het is afschuwelijk, wreed en mensonterend. Als ik naar zulke verhalen luister, haar gezicht zie en haar tranen proef, dan huil ik. Hard vanbinnen en letterlijk.

Een week geleden attendeerde Sherida me op een nieuwe Netflix-serie: Keep Sweet Pray and Obey. Ik hoorde over het onderwerp en moest even diep ademhalen. Dit was geen leuk ontspannen tussendoortje, dit zou een tranentrekker worden. Helaas moet ik na het kijken constateren dat mijn inschatting juist was. Deze serie gaat over een Amerikaanse sekte waarin vrouwen niets waard zijn. Mannen mogen meerdere vrouwen hebben, iedereen is volledig afgesloten van de buitenwereld en een menselijk leider werd gezien als het genitaal verlengstuk van de almachtige vader. Ook een doomsday-cult, net als waarin ik ben opgevoed. Hoewel de doctrine verschilde, kwam het grotendeels op hetzelfde neer. Je isoleert mensen van kritisch denken. Er is een machtige leider (bij de Jehovah’s zijn dat er acht) die bepaalt wat goed of fout is. Er tegenin gaan is geen optie, dan ben je opstandig en deloyaal. Hoe je jezelf gedraagt en hoe je jezelf mag kleden wordt voor je bepaald. Je mag alleen trouwen met iemand die hetzelfde geloof aanhangt.

Ik ben uiteindelijk losgekomen van deze religie, maar niet zonder kleerscheuren. In mijn autobiografie beschrijf ik alles, zonder enige remming en zonder schaamte. Doodeng, maar noodzakelijk, want als ik naar deze serie kijk, dan realiseer ik dat het nog steeds voorkomt. Op grote schaal. Er zijn wereldwijd acht miljoen Jehovah’s Getuigen. Jaarlijks worden er zo’n zeventigduizend uitgesloten. Dat zijn ook zeventigduizend gezinnen die uit elkaar worden getrokken en die worden vernietigd, net als in deze serie.

Binnen onze vertrouwde groepen troosten wij elkaar met de woorden: je bent niet alleen.

Op een wrange manier zien we elkaar als familie. Een familie van uitgestoten personen. Ooit bezagen wij elkaar als broer en zus, bijna letterlijk. Nu is onze band sterker dan ooit, ook al moeten we nog steeds leren omgaan met elkaars trauma’s en onvolkomenheden.

Ik kan iedereen deze serie aanraden. Het is even slikken en soms raak je je vertrouwen in de mensheid kwijt, maar kijk het alsjeblieft. Dit soort series zijn er niet voor niets. We missen nog steeds dat bewustzijn, het is zo makkelijk om onszelf te distantiëren en net te doen alsof het probleem er niet is. Ignorance is bliss. Maar zo werkt het niet. Het probleem lost zichzelf pas op als we opstaan en onze stem laten gelden.

Sinds een jaar zit ik in verschillende Facebook- en Redditgroepen. Plekken waar ex-Jehovah’s Getuigen elkaar opzoeken om hun verhaal te doen, de overeenkomsten uit hun jeugd te vergelijken en om elkaars wonden te likken. Ze zoeken naar een verklaring en een manier om een hoofdstuk uit hun verleden af te sluiten. De meesten zijn hun familie kwijt. Ouders die hun kinderen niet meer mogen zien, of andersom. Broers of zussen wiens band ineens versnipperde, alsof het niets was. Vrienden die je spontaan negeerden. Sociaal doodverklaard.

Omdat ik druk bezig was om mijn eigen verhaal op papier te krijgen, wilde ik een aantal van hen spreken. Niet alleen via chat, maar ook met video erbij, of in het echt. Voordat ik daaraan begon, zag ik mezelf als een gewone schrijver met een mooi verhaal. Heel toevallig had ik iets meegemaakt dat de moeite was om over te schrijven. Toen ik tijdens die gesprekken elke keer opnieuw tranen moest wegpinken, begon ik het grotere doel te zien. Het is niet alleen mijn verhaal dat ik schrijf. Ik zet ook hun verhaal op papier.

De communicatie binnen dit soort groepen is uitdagend te noemen. We leerden vroeger nooit te discussiëren. Meningen werden opgedrongen en weerstand was opstandig gedrag en een teken dat Satan grip op je had. Niet op tijd aanpassen zou resulteren in uitsluiting, waardoor je alles zou kwijtraken. Dus je volgde. Ook al draaide je maag om, je volgde. Helaas leer je ingeprent gedrag niet makkelijk af, dat heb ik zelf ook meegemaakt.

Soms mengde ik mij in gesprekken. Op andere momenten was ik meer een lurker, iemand die meelas. Altijd voelde ik een band en vaak zag ik overeenkomsten met wat ik zelf heb meegemaakt. Het is misery loves company, maar dan in positieve zin. Het is relateren tussen wat hen is overkomen en wat mij is overkomen. Soms komt het er hard uit, met scheldwoorden en pijn. Soms is het alleen te lezen in de subtext, iets waar ik als schrijver erg gevoelig voor ben. Juist de woorden die je niet kiest om te gebruiken, maken vaak de grootste impact.

Recent sprak ik een vrouw die zichzelf vergeleek als een vogel zonder nest. Haar nest was haar afgepakt. Haar vleugels waren gebroken. Ik ken haar persoonlijk en weet dat ze graag haar verhaal op papier wil zetten, maar ze is er nog lang niet aan toe. Een volwassen en mooie vrouw, maar totaal uitgeput. Ze wil naar huis, maar er is geen huis. Ze wil haar kinderen terug, maar de kinderen zitten nog te vast. Ze mist haar moeder, maar haar moeder wil haar niet. Het is afschuwelijk, wreed en mensonterend. Als ik naar zulke verhalen luister, haar gezicht zie en haar tranen proef, dan huil ik. Hard vanbinnen en letterlijk.

Een week geleden attendeerde Sherida me op een nieuwe Netflix-serie: Keep Sweet Pray and Obey. Ik hoorde over het onderwerp en moest even diep ademhalen. Dit was geen leuk ontspannen tussendoortje, dit zou een tranentrekker worden. Helaas moet ik na het kijken constateren dat mijn inschatting juist was. Deze serie gaat over een Amerikaanse sekte waarin vrouwen niets waard zijn. Mannen mogen meerdere vrouwen hebben, iedereen is volledig afgesloten van de buitenwereld en een menselijk leider werd gezien als het genitaal verlengstuk van de almachtige vader. Ook een doomsday-cult, net als waarin ik ben opgevoed. Hoewel de doctrine verschilde, kwam het grotendeels op hetzelfde neer. Je isoleert mensen van kritisch denken. Er is een machtige leider (bij de Jehovah’s zijn dat er acht) die bepaalt wat goed of fout is. Er tegenin gaan is geen optie, dan ben je opstandig en deloyaal. Hoe je jezelf gedraagt en hoe je jezelf mag kleden wordt voor je bepaald. Je mag alleen trouwen met iemand die hetzelfde geloof aanhangt.

Ik ben uiteindelijk losgekomen van deze religie, maar niet zonder kleerscheuren. In mijn autobiografie beschrijf ik alles, zonder enige remming en zonder schaamte. Doodeng, maar noodzakelijk, want als ik naar deze serie kijk, dan realiseer ik dat het nog steeds voorkomt. Op grote schaal. Er zijn wereldwijd acht miljoen Jehovah’s Getuigen. Jaarlijks worden er zo’n zeventigduizend uitgesloten. Dat zijn ook zeventigduizend gezinnen die uit elkaar worden getrokken en die worden vernietigd, net als in deze serie.

Binnen onze vertrouwde groepen troosten wij elkaar met de woorden: je bent niet alleen.

Op een wrange manier zien we elkaar als familie. Een familie van uitgestoten personen. Ooit bezagen wij elkaar als broer en zus, bijna letterlijk. Nu is onze band sterker dan ooit, ook al moeten we nog steeds leren omgaan met elkaars trauma’s en onvolkomenheden.

Ik kan iedereen deze serie aanraden. Het is even slikken en soms raak je je vertrouwen in de mensheid kwijt, maar kijk het alsjeblieft. Dit soort series zijn er niet voor niets. We missen nog steeds dat bewustzijn, het is zo makkelijk om onszelf te distantiëren en net te doen alsof het probleem er niet is. Ignorance is bliss. Maar zo werkt het niet. Het probleem lost zichzelf pas op als we opstaan en onze stem laten gelden.

Schrijf je nu in voor mijn nieuwsbrief